Bugaboo, de kinderwagenfabrikant die het toonbeeld is van Dutch Design, wordt verkocht. De zwagers Max Barenbrug en Eduard Zanen, directeuren van Bugaboo, konden niet meer door één deur. Over de voor- en nadelen van een familiebedrijf.
Familiebedrijven zijn de ruggengraat van de Nederlandse economie. De helft van de Nederlandse werkgelegenheid komt voort uit familiebedrijven, en volgens een studie van Nyenrode (Flören e.a., 2010) is zeventig procent van de Nederlandse bedrijven een familiebedrijf. Dat is een ietwat ruime berekening, wellicht zijn ZZP’ers hierin meegenomen. Het zijn er hoe dan ook veel: verschillende onderzoekers becijferden dat zeker de helft van Nederlandse bedrijven een familiebedrijf is. De Nederlandse economie zou niets zijn zonder familiebedrijven.
Je ziet ze veel in de MKB – sector, met tien of minder werknemers. Denk aan winkels, of aan boerderijen. Veel familiebedrijven die ooit klein begonnen, zijn inmiddels stevig uit de kluiten gewassen. Zoals de Puijenbroekjes, die de scepter zwaaien over de Telegraaf Mediagroup, verantwoordelijk voor een omzet van 612 miljoen. De familie Damen van Damen Shipyards, al sinds 1927 toonaangevend scheepsbouwer op de wereldmarkt. De Brabantse familie Swinkels brouwt al zeven generaties bier voor tout-le-monde en Charlene de Carvalho – Heineken (dochter van) prijkt ergens in de bovenste regionen van de Quote 500. Een greep uit de talloze voorbeelden van krachtige familiebedrijven.
Het gaat ook vaak mis, juist omdat het een familiebedrijf is. Niet alleen de zwagers Max en Eduard raakten dermate met elkaar in conclaaf dat ze het prachtige bedrijf Bugaboo in de etalage zetten. Ook de huidige ontmanteling van Blokker heeft te maken met familieperikelen. Neef Roland Palmer, de kroonprins van eigenaar Jaap Blokker, trof een administratieve chaos aan, een vage bedrijfsstrategie en gemopper op internet. Dat helpt niet mee voor een gezonde bedrijfsvoering.
Wat zijn de belangrijkste eigenschappen van een familiebedrijf? Flexbeleggen.nl zet hieronder de drie karakteristieken van een familiebedrijf op een rijtje en bekeek de voor- en nadelen.
Een familiebedrijf is trouw aan elkaar en aan de klant. Dat is wederkerig, klanten zijn ook loyaal aan het familiebedrijf. “Ik koop mijn schoenen bij Molenkamp, niet bij Ziengs.” Klanten voelen zich vaak verbonden met de familie, alsof ze er zelf een deel van zijn. Medewerkers van een familiebedrijf voelen zich onderdeel van de familiecultuur. Je gaat daarom minder makkelijk jobhoppen, want dan verlaat je niet alleen het bedrijf maar keer je ook de familie de rug toe .Dat betekent continuïteit in zowel het klantenbestand (“Ik werkte al met je vader”) als in het personeel.
Maar die trouw heeft nadelen. Zoals liefde door de maag kan gaan, gaat loyaliteit van klanten vaak door de portemonnee. Ze kopen bij dat bedrijf omdat pa altijd een ‘mooi prijsje’ maakte, maar als zoon of dochter daar paal en perk aan stelt, stapt de klant met hetzelfde gemak naar de concurrent. Ook bij het personeel heeft de trouw een keerzijde. Niet zelden loopt zoon met een stoffer en blik achter vader aan, omdat hij te paternalistisch is om zoon meer ruimte te geven. En zoon accepteert het, want je gaat de man die je luiers heeft verschoond, niet afvallen. Zo komt zoon niet tot zijn recht in zijn eigen unieke kracht, en dat kan de doodsteek zijn voor het familiebedrijf.
De oude heer is de baas, en hij zegt hoe en wat iedereen moet doen. Banken weten met wie ze in zee gaan, ze kennen de familie vaak al generaties lang. Soms hebben de korte lijnen een soort hiërarchie tot gevolg. Heb je als werknemer een bloedband of niet? Dat geeft je een bepaalde positie in de pikorde. Maar vaak is het vooral helder, ook als een familiebedrijf minder hiërarchisch is georganiseerd. Iedereen weet waar hij aan toe is, de besluitvorming vindt niet zelden plaats rond de keukentafel. En bestendige bedrijfsvoering kan een onderneming groot maken.
Korte lijnen hebben een keerzijde. Daddy, die het bedrijf succesvol heeft opgezet, kan maar moeilijk de touwtjes uit handen geven. Iedereen is bang voor de toorn van de vader. Dat werkt verlammend. Hoe haalt de neef het in zijn hoofd om de bezem eens flink door het bedrijf te halen? De oude heer blijft in zijn rolstoel langskomen en zich overal mee bemoeien. En al dat hippe gedoe met internet, dat hoeft voor hem niet, bromt hij van onder zijn snor. Dit soort familiaire lijnen kunnen de doodsklap zijn voor een bedrijf. Want juist de nieuwe generatie leiders in een familiebedrijf zet in op vernieuwing en verdere professionalisering, onderzocht Deloite (2016). Dan moet er geen oude baas met veel aandelen aan het been van een bedrijf blijven hangen.
Uit een onderzoek van Mc Kinsey blijkt dat familiebedrijven gemiddeld veel minder schuld hebben dan andere ondernemingen. Familiebedrijven financieren liever uit eigen kapitaal dan via externe geldschieters. Als dat lukt, maakt dat de financiële situatie van een bedrijf natuurlijk gezonder. Ze hebben minder last van de molensteen van rentebetalingen en aflossingen die je hebt met externe financiering. Daarnaast zal een gemiddeld familiebedrijf het geld zorgvuldig beheren. Geen vader (of moeder) wil zijn zoon of dochter in de afgrond storten door een financiële puinhoop na te laten. Geldelijke winst is bij een familiebedrijf immers meer dan ‘poen verdienen’, het draagt bij aan het familiekapitaal. Met andere woorden, met winst bouw je de familie op. En je wortels versterken, dat wil uiteindelijk iedereen.
Bronnen: www.mt.nl; www.failliesmentsdossier.nl www.executivefinance.nl; www.elsevierweekblad.nl; www.quotenet.nl; www.nyenrode.nl; www.accountant.nl www.volkrant.nl; www.fd.nl; www.molenkamp.nl; www.damen.com
Terug naar overzicht